MIRAKELWAGEN
Bij de viering van het 2de eeuwfeest in 1680 (eigenlijk een jaar te laat!) was er voor het eerst sprake van een “Wagen van Triumphe”. Waarschijnlijk ging het hier om een wagen met voorstelling van het mirakel. In 1763 werd een vermelding gemaakt van “Den Praelwagen”. In 1778 vierde men het 3de eeuwfeest (ditmaal eigenlijk een jaar te vroeg!). Hiervoor werden zeven nieuwe praalwagens gemaakt, waarvan de laatste de duurste was. Boven de figurante die Maria voorstelde, was een prachtig verhemelte. Twaalf glanzende sterren omringden haar hoofd. Naast haar zaten vier gevleugelde engelen die elk een schild hielden waarop volgende spreuken stonden, vertaald in het Latijn: “Schoon als de maan”, “Uitgelezen als de zon”, “Verzegelde fontein”, “Bron van levende wateren”. Voor de voeten van Maria werd het mirakelgebeuren uitgebeeld: het herleven en de doop van het kindje van Rassoen van Hove en Jacquemyne Bayaert. De wagen was bespannen met zes paarden en begeleid door drie engelen. Het beeld zelf werd, zoals gewoonlijk, gedragen door mannen. Volgens de overlevering immers zou het Mariabeeld elk jaar in processie door Poperinge gaan zolang er vier Poperingse mannen zijn die haar kunnen dragen. Vreemd genoeg gingen deze zeven praalwagens slechts éénmaal uit en in 1831 werden ze als “vieux bois” openbaar verkocht als brandhout!
In 1879 was er weer een praalwagen (10,7m lang en 10m hoog) met uitbeelding van het mirakel. Opnieuw werd het mirakelbeeld echter zelf gedragen door twaalf mannen.
In 1909 werd één van de grootste Mariafeesten in Poperinge gehouden. Dat jaar brachten zelfs meer dan 10 treinen bedevaarders uit Frans-Vlaanderen naar Poperinge ter gelegenheid van het kroningsfeest van het mirakelbeeld. Voor de processie en het gekroonde beeld werd een nieuwe praalwagen gemaakt die vanaf toen Triomfwagen werd genoemd.
De wagen werd speciaal ontworpen door de Brugse tekenaar Theo Devuyst. De uitwerking werd toevertrouwd aan de Poperingenaar Camille Boone die zijn atelier had in de Casselstraat op de plaats waar zich nu de meubelzaak Boligna bevindt.
Het was geen gemakkelijk werk want de tekening van Devuyst was zeer ingewikkeld. De opvatting van de statige wagen was laat-romaans, hoewel het verhemelte rijkelijk versierd was met vroeg-gotische motieven. Dit verhemelte rustte op vier zuiltjes met kapiteel, opgesmukt met “fleurons” en “kraaibekken”. Op een troon praalde het mirakelbeeld onder een fluweel-rode troonhemel. Achter het mirakelbeeld hing een blauwe geborduurde “Gobelindraperie”. Een weelde van witte bloemen lag aan de voet van het beeld. Het geheel trok als een kleurrijke schilderij door de straten van de stad. Toen ontwerper Devuyst de uitvoering van zijn plan voor het eerst te zien kreeg, had hij woorden te kort om zijn lof te uiten. De Poperingse ambachtslieden die aan de wagen gewerkt hadden, waren uitzonderlijk toegewijd tewerk gegaan en waren achteraf ontzettend trots op het resultaat. Vijftig jaar later nog schreef meubelmaker Hector Uzeel aan de toenmalige pastoor De Brie: “In het jaar 1909, dus 50 jaar geleden, heeft Onze Lieve Vrouw van St.-Jan een nieuwe Gulden Kroon gekregen en er was hier in Poperinge een groot feest en ik, ondergetekende Hector Uzeel, heb aan de praalwagen gewerkt en mijn naam is zelfs in de praalwagen geschreven.” Naast Hector Uzeel, werkten zeker nog vier personen mee om de wagen klaar te krijgen: Camille en Jozef Boone (resp. vader en zoon) en vermoedelijk Jozef Melis en Lionel Maerten. In 1909 zelf werd de Triomfwagen getrokken door vier ossen!
Om voor ons onbekende redenen reed de Triomfwagen niet mee in de processies van de volgende jaren. Pas in 1929, 20 jaar later n.a.v. de 450ste verjaardag van het mirakel, ging de Triomfwagen voor de tweede keer uit, om vanaf dan elk jaar tot op vandaag mee te rijden. In datzelfde jaar 1929 werd op de wagen voor het beeld symbolisch het mirakelkind gelegd.
In het jubeljaar 1954 (45 jaar na de kroning) werd de Triomfwagen ietwat ontdaan van overtollige versieringen, o.a. de twee balustrades op de zijkanten. Hij werd ook prachtig herschilderd door Alfred Marrecau in wit en goud. De geborduurde draperie achter het mirakelbeeld werd ook weggelaten. Op die manier troonde het beeld mooi zichtbaar van alle kanten in haar kleed van goudbrokaat, met het kantwerkmanteltje door kunstige Poperingse handen “gespellewerkt” en in het bezit van haar juwelen door vereerders geschonken in de loop der tijden.
Een deel van de massa’s bloemen waarmee de wagen versierd is, wordt ieder jaar opnieuw geschonken door vrome bedevaarders. De Triomfwagen wordt nu getrokken door twee witte “Beddeleem-paarden”. Die paarden hebben een blauwe mantel om, waarop het monogram van Maria geborduurd is.
Het is een feit dat zowel vroeger als nu de mensen er een erezaak van maken om de mirakelwagen altijd op haar mooist te laten uitgaan; hetzij door de opsmuk van het beeld, hetzij door de versiering van de wagen, hetzij door de verzorgde begeleiding met de paarden. Zij beseffen dat vele toeschouwers, vooral zij die een dagje ouder worden, verlangend uitkijken naar hun “Beschermvrouwe” die op haar troon een bezoek brengt aan de huizen van Poperinge
In 1991 haperde de Triomfwagen aan de Europese vlag in de Casselstraat. De begeleider bemerkte het te laat en één van de torentjes van het verhemelte werd afgerukt. Bij het voorlopige herstel zagen de werklieden dat het hout van de constructie in bedenkelijke staat was door wormaantasting.
In 1995 was in de Boeschepestraat een elektrische noodkabel aangebracht omwille van werkzaamheden. De Triomfwagen kon opnieuw de te laag hangende kabel niet ontwijken met verdere beschadiging van de koepeltorentjes als gevolg. De technische dienst raakte niet op tijd klaar met de herstelling voor 1996 en maakte een eenvoudige maar toch minder mooie ijzeren koepelconstructie.
In mei 1997 werd de volledige restauratie van de Triomfwagen naar oorspronkelijk model voltooid! Onder het nauwlettend oog van Antoon Couttenye werden door enkele mensen van de technische dienst van Stad Poperinge de vermolmde of beschadigde stukken hout weggenomen en vervangen. Oorspronkelijk was de wagen uit 1909 een volledige houten constructie. Nu werd voor de onzichtbare gedeelten geopteerd voor een sterke metaalconstructie. Het geheel zit bijgevolg heel stevig in elkaar en het platform zit iets lager dan bij de originele wagen. Ook voor de vier zuiltjes en de twee zijdelingse horizontale buizen werd gekozen voor metaal. Het resterende hout kreeg een grondige opknapbeurt. Het oorspronkelijke houtsnijwerk werd grondig gerestaureerd. Waar dit nodig was, werden zelfs nieuwe stukken gesculpteerd naar het oude model. Het geheel werd uiteindelijk in een nieuw kleedje verf gestopt: hoofdzakelijk wit, hier en daar wat goud en uiteraard een blauw verhemelte. Dit alles werd met de nodige precisie en toewijding verwezenlijkt door Antoon Couttenye (supervisie), Guido Boudry (houtsnijwerk), Rudy Verolleman (metaalconstructie) en Freddy Debeir en Eddy Faes (schilderwerk).
Bij restauratie werd in 2005 vastgesteld, dat het bovenste gedeelte van de wagen ernstig aangetast werd door de houtworm en gedeeltelijk oplapwerk niet meer aangewezen was. het comité besliste om het bovenste gedeelte volledig te vernieuwen en de wagen nadien te overtrekken met polyester om verdere aftakeling te vermijden. Er werd een flexibel systeem uitgedacht om het bovenste gedeelte te laten zakken zodat de wagen zonder moeilijkheden de opslagplaats kan inrijden.
Dit waardevolle juweel van vakmanschap waar eerbied voor traditie en drang naar vernieuwing elkaar raken, blijft het paradepaardje van de volgende edities. Zelfs indien het regent en de processie hierdoor afgelast wordt, gaat de Triomfwagen met het mirakelbeeld door de straten van Poperinge “ten ommegang”. Dit was o.a. al het geval in 1972, 1978 en 1988.
BRONWAGEN
De Bronwagen stelt Maria voor aan de bron. Maria is er in het gezelschap van enkele vrouwen en kinderen. Bij de bron staat een boodschapper. De vrouwen vormen een Grieks spreekkoor. Maria wandelt aanvankelijk bij de vrouwen, maar stapt dan naar de bron op de wagen om “water te putten” temidden van een woestijnlandschap bezaaid met rotsblokken. Op dat ogenblik brengt de boodschapper de aankondiging van de Heer aan Maria. De bronput is een constructie uit nylon op een wagen met laag platform. De bekleding van de put bestaat uit polyester waarin twee soorten zand zijn geblazen. Een reservoir van 300 liter water met aftapkraan en verborgen achter enkele rotsblokken maakt het effectief water putten mogelijk. De rotsblokken bieden eveneens de mogelijkheid om de sonorisatie te verbergen.
BRUILOFTSWAGEN
De Bruiloftswagen is de uitbeelding van de Bruiloft van Kana. Vooraan op de wagen zien we de achterkamer met rondbogen. Door de deuropening heen bemerken we het personeel, de meiden en de tafelmeester met de wijnkruiken. Daarachter staat de tafel waar de genodigden aanliggen. De jonggehuwden staan rechtop. Ook Maria en Christus liggen aan tafel. Het geheel stelt een vrolijk gebeuren voor waar de overvloed aan wijn duidelijk zichtbaar is. Yiddische dansers en muzikanten voor de wagen onderstrepen met een muzikaal tintje de feestvreugde.
KRUISWAGEN
Deze indrukwekkende wagen suggereert de kruisafname. Een enorm kruis met daarrond een sluier staat centraal opgesteld. Maria en Johannes staan naar het kruis gericht. Een oud laddertje achteraan tegen het kruis suggereert het wegnemen van Jezus van het kruis. Verder op de wagen volgt een wandconstructie met daarachter een levensgrote piëta die de aandacht van de toeschouwer trekt. Via de muziek van een cellist wordt het lijden uit zijn tijdskader gehaald en universeel gemaakt. Een Romeinse officier en soldaten stappen onder tromgeroffel voor de wagen. Achter de wagen stappen 22 treurende vrouwen die het lijden in de hedendaagse tijd beklemtonen.
REDERIJKERSWAGEN
De Rederijkerswagen is een bestaande wagen uit het historische gedeelte die geheel herwerkt werd. De wagen creëert de sfeer binnenin een rederijkerskamer. Het interieur is rijkelijk versierd met Corduaans leer. Een muurvlak is aangekleed met schild en vaandels. De achterwand bestaat uit groen glas in lood met een onderbouw in Renaissancestijl. Het geheel doet denken aan het interieur van het Rubenshuis in Antwerpen. Twee prachtige vaandels verwijzen naar twee van de vijf rederijkerskamers die in Poperinge cultuur brachten.
SCHIPWAGEN
Een schip met opgerold zeil ligt deinend op de golven. Het stelt de kerk voor, die door alle tijden en moeilijkheden heen de goede koers blijft varen. Maria speelt hierbij een belangrijke rol. Het schip doet wat oosters aan, maar de voor- en achterplecht verraden een middeleeuws trekje. Toegegeven, dit is misschien niet helemaal historisch correct, maar het geheel werd vooral getekend naar de actie toe: een roerganger stuurt de boot door de onrustige zee … De boot wordt getrokken met een touw met ingeweven ogen. Vier afgedankte auto’s werden benut om de asoverbrenging te realiseren en dit alles met behulp van vaste stangen en tandwielen. Naar verluidt werden onderdelen van Suzuki, Mercedes en Honda benut! Het geheel maakt uiterst korte bochten mogelijk.
TEMPELCONSTRUCTIE
Hier zien we de jonge Jezus in de tempel. Jezus geeft er voor het eerst onderricht. Drie groepen van telkens vier zuilen op tweedelige wagentjes met niet zichtbare wielen vormen een half kruisgewelf. Dit geef het effect van een zuilengalerij. Naast en tussen de zuilen lopen mensen.
WERELDBOLWAGEN
De wereldbol heeft een diameter van 1m40. De werelddelen zijn in reliëf voorgesteld en de oceanen zijn mat blauw ingekleurd. De wereldbol komt uit een trappenconstructie tevoorschijn onder een schuine as. Deze trap leidt naar een troon met daarop Maria (zeer hoog). Vooraan staan landsvlaggetjes opgesteld. De wereldbol ligt deels verborgen (geborgen!) onder de mantel (onder de hoede!) van Maria. Maria zit dus op de wagen met een grote mantel gespreid over de wereldbol. Voor de wagen wordt een grote Europese vlag gedragen door jongeren. Dan volgt een voorman met de Poperingse vlag en een eerste groep landsvlaggen. Achter de wereldbolwagen volgt nog een tweede groep landsvlaggen. Deze twee groepen met zwaaiende vlaggen brengen wat beweging in het geheel.